Inleiding:

Toen een basisschooldirecteur mij laatst vertelde dat hun techniekproject na een jaar stilletjes was verdwenen, keek hij er bijna schuldbewust bij. “We begonnen zó enthousiast. Maar ja… we hadden niemand om het goed over te nemen.” 

En hij is niet de enige. In heel Nederland zie je het gebeuren: scholen starten met wetenschap en technologie (W&T), maar worstelen met continuïteit. Terwijl de noodzaak duidelijk is. Volgens het CBS groeit het tekort aan technisch personeel richting de 70.000 vacatures in 2030. En die toekomstige technici? Die zitten nu in groep 3. 

Juist daarom is het nú tijd voor een structurele aanpak. Eén waarin basisschool én voortgezet onderwijs samenwerken aan een doorlopende leerlijn. Waarin techniek geen losstaand project is, maar vanzelfsprekend deel uitmaakt van het curriculum. 

Bij Het Talentenhuis zien we hoe krachtig het wordt als visie, coördinatie en maatwerk samenkomen. Dán blijft techniekonderwijs niet alleen plakken – het groeit mee met de leerling. 

Wat maakt een onderwijsprogramma in wetenschap en techniek ‘succesvol’?

Succes in W&T-onderwijs draait om meer dan een geslaagd project of blije leerlingen. Het gaat om impact op de lange én korte termijn. Die kun je bekijken door twee lenzen:

  • Evidence-based: Leidt het programma tot meer doorstroom naar bètaprofielen of technische vervolgstudies?
  • Ervaringsgericht: Voelen leerlingen zich nieuwsgierig, betrokken en zelfverzekerd in de klas?

Beide zijn nodig. Zonder nieuwsgierigheid geen motivatie. Zonder doorstroom geen duurzame impact.

Goede programma’s meten die impact concreet. Denk aan:

  • Doorstroomcijfers richting bètavakken of technische mbo-/hbo-richtingen
  • Leerlingtevredenheid: voelen ze zich gezien, uitgedaagd en gemotiveerd?
  • De rol van de W&T-coördinator: is er iemand die de kar trekt en verbinding legt?
  • Aantal uren techniek in het rooster: structureel of incidenteel?

Het succes zit dus niet alleen in de inhoud, maar in hoe je het verankert, volgt en versterkt. In deze blog gaan we dieper in op hoe een effectief onderwijsprogramma leerlingen helpt om het meeste uit hun onderwijstijd te halen.

Lessen uit Nederlandse programma’s 

Een succesvol leerplan steunt op vijf stevige pijlers die samen zorgen voor méér dan het voldoen aan de wettelijke minimumeisen.

Wat werkt in theorie, moet zich in de praktijk bewijzen. Gelukkig zijn er in Nederland al tal van initiatieven rond wetenschap en techniek (W&T) die waardevolle lessen opleveren. 

Jet-Net & TechNet: techniek met echte contextIn dit programma werken scholen samen met bedrijven in de regio. Leerlingen krijgen échte vraagstukken voorgelegd: hoe maak je een duurzame verpakking, of hoe automatiseer je een proces? Die koppeling met de praktijk vergroot hun motivatie én begrip. Cruciaal voor succes is de coördinatie: scholen hebben iemand nodig die de samenwerking organiseert, opdrachten afstemt en de vertaalslag naar het curriculum maakt. Bedrijven leveren input, maar het onderwijs bepaalt de structuur. Maatwerk is key. 

Sterk Techniekonderwijs (STO): VO met een praktijkbasis 
STO biedt vooral in het voortgezet onderwijs een stevige impuls. Door sectoren (zoals zorg en techniek) te verbinden, ontstaan cross-over lessen waarin leerlingen bijvoorbeeld een robot ontwerpen voor een ziekenhuis. Een STO-coördinator stuurt op visie, tijdsbesteding en afstemming tussen scholen en bedrijven. Succesvolle projecten onderscheiden zich door een duidelijke leerlijn én ruimte voor de eigen context van elke school. 

SLO-aanpak W&T: stevige basis voor het PO 
Voor basisscholen biedt SLO een didactisch kader om W&T vorm te geven. De focus ligt op onderzoekend en ontwerpend leren, gekoppeld aan concrete leerdoelen. Belangrijk onderdeel is de training van W&T-coördinatoren, die collega’s ondersteunen in de klaspraktijk. Zo ontstaat er draagvlak én continuïteit. SLO benadrukt: een goed programma groeit mee met de school en krijgt vorm in nauwe samenspraak met het team. 

Maker Education & FabLabs: motivatie door maken 
In Maker Education draait het om creatie: leerlingen bouwen, testen en verbeteren zelf hun ideeën. Denk aan 3D-printen, programmeren of houtbewerken. FabLabs bieden hierbij de fysieke ruimte en tools. Wat werkt? Een begeleider die niet alleen de machines kent, maar ook didactisch sterk is. Scholen die deze aanpak succesvol implementeren, doen dat vaak gefaseerd: eerst thematische projecten, daarna structurele inbedding. Flexibiliteit en aansluiting bij bestaande thema’s zijn essentieel. 
 
Talentenhuis 

In onze samenwerking met scholen merken we dat succesvolle W&T-programma’s altijd rusten op drie pijlers: een gedeelde visie, een sterke coördinator en ruimte voor maatwerk. Of het nu gaat om een robotica-project of een thematische techniekweek: pas als het programma aansluit bij de cultuur en context van de school, ontstaat blijvende impact. 

Wat we kunnen leren van internationale initiatieven 

Nederland is zeker niet het enige land dat zoekt naar manieren om wetenschap en techniek aantrekkelijk te maken voor jongeren. Internationaal zijn er krachtige voorbeelden die laten zien hoe het óók kan – en vooral: hoe je zo’n aanpak duurzaam maakt.

FIRST LEGO League: competitie als leerinstrument
In meer dan 110 landen bouwen teams van leerlingen robots van LEGO en strijden ze op regionale en internationale toernooien. Maar het gaat om meer dan winnen. De kern ligt in creativiteit, samenwerking en probleemoplossend denken. Kinderen werken maandenlang aan een technische uitdaging met maatschappelijke relevantie. Wat maakt het zo krachtig? De structuur. Elk team wordt ondersteund door coaches, werkt volgens een duidelijk stappenplan, en krijgt feedback. Door die structuur weten scholen precies wat ze kunnen verwachten – en hoe ze het jaarlijks kunnen inbedden.

GLOBE Program (NASA): leren van echte data
GLOBE is een wereldwijd citizen science-programma waarin leerlingen klimaatmetingen doen en data aanleveren voor wetenschappelijk onderzoek van o.a. NASA. Ze meten bijvoorbeeld luchttemperatuur of bodemvochtigheid in hun omgeving. Hierdoor leren ze niet alleen over natuurwetenschappen, maar dragen ze ook bij aan échte wetenschap. In veel landen is GLOBE verankerd via lerarentrainingen, lokale coördinatoren en gestandaardiseerde meetprotocollen. Ook in Nederland zijn er scholen die hiermee werken. Belangrijk leerpunt: leerlingen voelen eigenaarschap als ze zien dat hun onderzoek ertoe doet.

Girls Who Code: diversiteit begint bij design
In de VS is Girls Who Code uitgegroeid tot een beweging: duizenden clubs waar meisjes leren programmeren in een veilige en motiverende omgeving. Hun succes? Ze richten zich niet alleen op inhoud, maar ook op cultuur. Mentorschap, rolmodellen en sociale verbondenheid zijn net zo belangrijk als de code. Wat dit initiatief onderscheidt, is hoe het aandacht heeft voor structurele belemmeringen. Scholen die hiermee werken, krijgen toegang tot lesmaterialen, training én een ondersteunend netwerk. Inclusie is hier geen bijzaak, maar kern.

Tips voor implementatie wetenschap en technologie in het basisonderwijs

Een sterk W&T-programma hoeft niet groot te beginnen. Sterker nog: klein starten is vaak de sleutel tot succes.

Begin thematisch
Een projectweek over ruimtevaart, uitvinden of klimaat zet techniek op de kaart én laat leerlingen ervaren hoe leuk leren kan zijn. Denk aan bouwen met Lego, een gastles van een ouder, of een micro:bit die een plant water geeft. Zo wek je nieuwsgierigheid – bij leerlingen én leerkrachten.

Werk toe naar structuur
Vanuit die thematische aanpak kun je doorgroeien naar een leerdoelgerichte programmering, gekoppeld aan de SLO-kerndoelen. Zo krijgt W&T een vaste plek in het curriculum en weet het team waar het naartoe werkt.

Verbind vakken en thema’s
Een goede W&T-coördinator kijkt verder dan techniek alleen. Die zoekt verbinding met taal (schrijf een handleiding!), cultuur (ontwerp een toekomststad!) en burgerschap (hoe ziet de duurzame stad eruit?). Juist die koppelingen maken het onderwijs rijker.

Gebruik toegankelijke materialen
Maak gebruik van tools die betaalbaar én effectief zijn: Lego, Makey Makey, micro:bits. Kinderen kunnen er direct mee aan de slag, en de leerkracht groeit mee.

Tips voor het voortgezet onderwijs

In het voortgezet onderwijs liggen volop kansen om wetenschap en techniek duurzaam te verankeren. Maar dan moet het wel meer zijn dan een keuzemodule. Het begint met het verbinden van STEM-instellingen aan profielkeuze en loopbaanoriëntatie. Zo ervaren leerlingen techniek niet als verplicht vak, maar als reële kans op een boeiende toekomst.

Gebruik het PTA en keuzevakken om ruimte te creëren voor projecten binnen het gebied van wetenschap en techniek. Laat leerlingen onderzoek doen, prototypes bouwen en presenteren – precies die onderzoekende en probleemoplossende houding die past bij de 21e-eeuwse vaardigheden.

Kijk naar het Jet-Net-model: het bedrijfsleven kan krachtige contexten bieden. Samen ontwerpen docenten en bedrijven opdrachten die passen bij echte beroepen én bij de belevingswereld van jongeren. Zo brengen we leerlingen in aanraking met techniek en technologie, op een manier die nieuwsgierig maakt en aanzet tot actie.

Tot slot: structurele integratie vraagt om eigenaarschap. Ondersteun vaksecties met nascholing, ontwikkel de vakinhoudelijke kennis en didactiek, en zorg voor een centrale W&T-coördinator. Deze coördineert, verbindt en houdt de lijn vast binnen het team.

Meten en verbeteren van techniek in de klas 

Goed wetenschap- en techniekonderwijs vraagt om méér dan enthousiasme – het vraagt om inzicht. Daarom start elke duurzame aanpak met een 0-meting: waar staan we qua interesse, kennis en vaardigheden, en wat is het draagvlak in het team? 

Gebruik daarna structureel leerling-feedback en teamreflectie. Hoe ervaren leerlingen het werken met verschillende tools zoals de micro:bit? Hoe groeit hun onderzoekende houding of probleemoplossend vermogen? En voelen collega’s zich voldoende ondersteund bij het implementeren van het programma? 

Kies bij het evalueren bewust voor een mix van kwantitatieve én kwalitatieve indicatoren: van doorstroomcijfers tot observaties in de klas. Zo breng je niet alleen prestaties, maar ook groei en betrokkenheid in kaart. 

Het is dé manier om onderwijs in wetenschap en technologie stap voor stap te versterken – en het goed aan te laten sluiten bij je schoolcontext, je leergebieden en de talenten van je leerlingen. 

Hoe Talentenhuis helpt bij implementatie maatwerk 

Veel scholen willen aan de slag met techniek in de klas, maar missen tijd, structuur of de juiste expertise. Bij Het Talentenhuis merken we: als je een heldere aanpak combineert met maatwerk, komt er ruimte om echt te bouwen aan goed onderwijs in wetenschap en technologie. 

Wij ondersteunen scholen met: 

  • Een duidelijke route van 0-meting tot evaluatie, afgestemd op de kerndoelen en jouw onderwijsvisie. 
  • Coaching en training van teams én coördinatoren, gericht op het ontwikkelen van vakinhoudelijke en didactische expertise. 
  • Lesprogramma’s die aansluiten op thema’s als burgerschap, geletterdheid en kritisch denken, zodat je techniek niet los aanbiedt, maar integreert in het grotere geheel. 
  • Toegang tot inspirerende lesmaterialen, gereedschappen en begeleiding van experts met ervaring in zowel het primair als voortgezet onderwijs. 

We zorgen dat techniekonderwijs geen tijdelijk project blijft, maar een structureel onderdeel wordt van de onderwijspraktijk – passend bij de identiteit van jouw school. 

Conclusie – tijd voor actie

De toekomst vraagt om leerlingen die kritisch en ondernemend denken, die kunnen onderzoeken en ontwerpen, en die zich thuis voelen in een wereld vol technologie. Dat begint niet morgen – dat begint vandaag, in jouw klas. 

Succesvolle programma’s laten zien: goed techniekonderwijs is haalbaar, mits je bereid bent om klein te beginnen, groot te denken en te investeren in kwaliteit en continuïteit. 

Of je nu werkt in het primair onderwijs of het voortgezet, of je nu zoekt naar praktische handvatten of een partner voor structurele talentontwikkeling – de middelen zijn er, de inzichten ook. Het gaat nu om het doen. 

Bij Het Talentenhuis helpen we scholen om techniek en technologie écht tot leven te brengen in de klas. Niet als los vak, maar als geïntegreerd onderdeel van leren, denken en maken. 

Wil je verkennen wat dat voor jouw school kan betekenen? Plan een inspiratiesessie of implementatiegesprek – we maken het concreet. 

Vragen? Wij beantwoorden ze graag.